Alternaria in de aardappelen treedt op naarmate het gewas verouderd. Met name na de bloei onder warme en vochtige omstandigheden kan Alternaria toeslaan. Alternaria zorgt voor een vervroegde afsterving van het loof en aantasting van de knollen.
De eerste symptomen van Alternaria zijn bruine vlekjes op het blad, in de vlekken zijn zogenaamde concentrische ringen waarneembaar. In gevoelige rassen kan vanaf begin bloei (uiterlijk 2/3 bloei) preventief kunnen Belanty of Propulse worden toegevoegd aan de Phytophthora-bestrijding. Bespuiting na 14 dagen herhalen.
Advies Alternaria pootaardappelen | ||
Middel | Restricties | |
Alternaria | 1,25 ltr Belanty per ha
of 0,4 ltr Propulse per ha
|
Belanty (W.-): max. 1,25 ltr/ha per toepassing, max. 3x toepassen per teeltcyclus. Totaal max. 3,75 ltr/ha per teeltcyclus. Spuitinterval: 7 dagen. Veiligheidstermijn: 3 dagen. toepassen in grondwaterbeschermingsgebieden.
Propulse (W.2): max. 0,5 ltr/ha, max 3x toepassen per teeltcyclus. Spuitinterval: 10 dagen. Veiligheidstermijn: 21 dagen. |
Spuitmoment | Vanaf begin bloei | |
Spuitinterval | 14 dagen | |
Water | 300 ltr/ha | |